donderdag, juli 23, 2009

Postzegels

Poging 1
Bandje met blikkerige elektronische stem:
Goedemiddag Welkom bij TNT ..ost…collectors…wist u….24 uur..dag…terecht…webssssiiiite? www…nl

- “Goedemiddag TNT post met Annieeeeeee, waarmee…kan ik u…van dienst zijn?”
- “Goedemiddag, met mevrouw van Dee spreekt u. Lekker weertje niet? Ik heb afgelopen maandag postzegels besteld in uw online winkel en ik wilde graag weten wanneer ze geleverd worden, alstublieft?”
- “Ik…uuh…ga…even voor…heeft u een momentje?”
…KLIK…
…Tuuut tuuut tuuut…

Poging 2
Verveelde elektronische blikkerige stem: Goedemiddag Welkom bij TNT ..ost…collectors…wist u….24 uur..dag…terecht…webssssiiiite? www…

- “Goedemiddag bij TNT post, welkom met Joooooost, waarmee…kan ik…u…helpen”
- “Goedemiddag! Ik heb afgelopen maandag postzegels besteld in uw online shop en wilde graag weten wanneer ik ze kan verwachten?”
- “-stilte-”
- “en wat is uw klantnummer?”
- “7008989″
- “momentje…alstublieft”
- “Dat kan wel 5 tot 8 weeherkdagen duren. Maar ik zal even -diepe zucht- voor u kijken of ze al onderweg zijn?”
…KLIK…
…Tuuuuut tuuuuut tuuuuut…

Poging 3
De stem: Goe…iddag…welkom bij …ost collector…uur….nl?
- “Goedemiddag welkom bij TNT post met Heeeenk”
- “Maandag. Postzegels. Wanneer. Ontvangen?”
- “…en graag voordat u levensmoe word en mij ophangt…”
…KLIK…
…Tuuut tuuut tuuut…

De maffia

Ik heb de maffia achter mij aan, en ze maken er geen geheim van dat ze er zijn. Ik weet niet wat ze willen en ik weet niet waarom. Maar ze zijn er.

Het begon allemaal toen ik vrijdagmiddag op de achterbank van de auto van mijn moeder zat en oogcontact maakte met een nogal duister, glad figuur in een dito auto. Hij liet zijn raam zakken en draaide – om zijn dreigende blik kracht bij te zetten – de muziek van The Godfather nog wat harder…
Gelukkig reed mijn moeder gauw weg bij het verkeerslicht anders had hij mij vast proberen te raken met een of andere geluiddempende shotgun.

Een dag ging voorbij en de maffia liet niks van zich horen. Misschien was het toeval geweest? Misschien dacht ik maar dat hij naar mij had gekeken, en had hij het eigenlijk op mijn zusje gemunt… (Dat zou echt een opluchting zijn, want zij is stewardess en heeft een snel vliegtuig om mee te vluchten)

Totdat…
Ik zat op de bank bij mijn ouders en keek vanuit het raam naar een Jack Russel die zich in de voortuin vermaakte. Plots keek de eigenaar mij aan, zette een donkere blik op en liep, The Godfather melodie fluitend, langzaam weg…
Ik verwachtte bommen en granaten want de maffia is toch wel meer van de indrukwekkende moordpartijen. Pas toen ik zeker wist dat hij weg was kwam ik de badkamer uitgeslopen…Trillend als een spaghettisliertje…

Wat ik ze misdaan heb weet ik niet, maar dit is zeker: de maffia vindt het maar niks als ik op een bank zit en uit het raam kijk…

Feng Shui

In het leven van mijn beste vriendin zijn twee gebieden een beetje, uuh, problematisch. Haar studie en haar liefdesleven.
Geteisterd door migraine mist ze vaak lessen. Hierdoor moeten vakken zo vaak over dat als de wekker om 7 uur afgaat, zij besluit dat zich nog een keertje omdraaien de beste optie is…

Haar liefdesleven is een bonte verzameling van hockeyjongens, alcoholisten en schuinsmarcheerders, die haar met de tijd hebben voorzien van de nodige melancholie…

Na liters thee, koffie en chocola. Jarenlang van uitkomstloze analyses over het “hoe&wat” en voornamelijk “waarom” van dit alles, kwam zij vorige week tot een inzicht.

“Ik denk dat ik het weet” verzuchtte zij terwijl ze haar hoofd moedeloos op haar borst liet zakken. Vragend keek ik haar aan, “de prullenbak staat in mijn studiehoek”. Oftewel: haar huis was zó niet Feng Shui…

Feng Shui, de leer die je huis in genadeloze zones opdeelt en hiermee in een klap alle problemen in je leven transparant moet maken! Hoe logisch dat je altijd hoofdpijn krijgt van studeren als je afval in het breingedeelte van je huis staat. Geen wonder dat eten altijd dé oplossing lijkt, voor een proefwerk literatuur, als zich daar ook de keuken bevind…

Maar de liefdeshoek leek het grootste probleem: naast veel stof, bevatte die een hoop boeken, een in plastic verpakt tochtknuffelbeest van Winnie de Poeh, foto-albums van vroeger en wat oude, kleffe zuurtjes… Dit voorspelde niets anders dan de aankomst van een oude, stoffige, afgelebberde kerel die ze van vroeger kende, met een voorliefde voor tochtige plekken en latex kleding…

Met “Feng Shui voor dummies” in onze handen gooiden we verwoed haar huis om, de prullenbak in de slaapkamer, het bed op de gang en de bank op de badkamer…
De liefdeshoek propten we vol met roze lijstjes met foto’s van Brad Pitt, Johnny Depp en andere watertandend mooie mannen. Wat fluffy handboeien moesten symboliseren dat deze kerel wel bleef plakken en een flesje Spa Reine zodat we niet weer een onzuiver typetje over de vloer kregen.

Als we vol trots haar eigen Villa Volta bekijken gaat de deurbel. Giechelend stommelen we naar de deur, waren de kaarten van het lot nu al beter geschud?

Voor de deur stond een tandeloze, plakkerig uitziende naar eau de Wodka ruikende zwerver. Wat hij kwam doen is tot op de dag van vandaag een raadsel, maar na één blik op het bed in de gang en de bank die nog half uit de badkamer stak, draaide hij zich abrupt om en liep naar de buurvrouw…

Weg met dr. Love, Hello Feng Shui!

Feng Shui

In het leven van mijn beste vriendin zijn twee gebieden een beetje, uuh, problematisch. Haar studie en haar liefdesleven.
Geteisterd door migraine mist ze vaak lessen. Hierdoor moeten vakken zo vaak over dat als de wekker om 7 uur afgaat, zij besluit dat zich nog een keertje omdraaien de beste optie is…

Haar liefdesleven is een bonte verzameling van hockeyjongens, alcoholisten en schuinsmarcheerders, die haar met de tijd hebben voorzien van de nodige melancholie…

Na liters thee, koffie en chocola. Jarenlang van uitkomstloze analyses over het “hoe&wat” en voornamelijk “waarom” van dit alles, kwam zij vorige week tot een inzicht.

“Ik denk dat ik het weet” verzuchtte zij terwijl ze haar hoofd moedeloos op haar borst liet zakken. Vragend keek ik haar aan, “de prullenbak staat in mijn studiehoek”. Oftewel: haar huis was zó niet Feng Shui…

Feng Shui, de leer die je huis in genadeloze zones opdeelt en hiermee in een klap alle problemen in je leven transparant moet maken! Hoe logisch dat je altijd hoofdpijn krijgt van studeren als je afval in het breingedeelte van je huis staat. Geen wonder dat eten altijd dé oplossing lijkt, voor een proefwerk literatuur, als zich daar ook de keuken bevind…

Maar de liefdeshoek leek het grootste probleem: naast veel stof, bevatte die een hoop boeken, een in plastic verpakt tochtknuffelbeest van Winnie de Poeh, foto-albums van vroeger en wat oude, kleffe zuurtjes… Dit voorspelde niets anders dan de aankomst van een oude, stoffige, afgelebberde kerel die ze van vroeger kende, met een voorliefde voor tochtige plekken en latex kleding…

Met “Feng Shui voor dummies” in onze handen gooiden we verwoed haar huis om, de prullenbak in de slaapkamer, het bed op de gang en de bank op de badkamer…
De liefdeshoek propten we vol met roze lijstjes met foto’s van Brad Pitt, Johnny Depp en andere watertandend mooie mannen. Wat fluffy handboeien moesten symboliseren dat deze kerel wel bleef plakken en een flesje Spa Reine zodat we niet weer een onzuiver typetje over de vloer kregen.

Als we vol trots haar eigen Villa Volta bekijken gaat de deurbel. Giechelend stommelen we naar de deur, waren de kaarten van het lot nu al beter geschud?

Voor de deur stond een tandeloze, plakkerig uitziende naar eau de Wodka ruikende zwerver. Wat hij kwam doen is tot op de dag van vandaag een raadsel, maar na één blik op het bed in de gang en de bank die nog half uit de badkamer stak, draaide hij zich abrupt om en liep naar de buurvrouw…

Weg met dr. Love, Hello Feng Shui!

Pornomore

“En dit is de pornomore”. Ik knipper een paar keer met mijn ogen, zei ze nou echt ….?
Ik kijk naar het proefmonster dat de lippotlooddoos enthousiast omhoog houd: “Pores-no-more”. De vieze vuile poederslet! Ze denkt dat ik last heb van verwijdde poriën puur en alleen gebaseerd op het feit dat ik vandaag een pukkel op mijn kin heb.

De schande! Met welk recht denkt deze oogschaduwmuts, deze Douglas-trol, mij wijs te maken dat ik een probleemhuid heb? Ik zoek een moederdagcadeau, maar deze kwast denkt twee vliegen in één klap te slaan door mij nu zo onzeker te maken dat ik acuut met de hele Dr. Brand lijn de deur uitloop.
Vals lachen twee, met lippotlood omrande, lippen mij toe.

Fascinerend. Wat is de motivatie van een vrouw van 60 -die bij de Douglas werkt!- om anno 2009 te denken dat lippotlood zonder lipstick nog kan in deze wereld van smokey eyes en naturel kleuren? Dacht ze zo in de tijdmachine te kunnen stappen naar dimensie “jeugd” en mij, make-up leek, zand in de ogen te strooien? Dacht ze werkelijk dat haar uitgezakte boezem, haar dunner wordende haar en de ranzige rookrimpels om haar lippen ongezien zouden blijven door een stuuclaag aan foundation?
Well guess what? Lijkt er op dat Professor Barabas zich vergist heeft. “Next stop: dinausaures!”

Terwijl de Douglas-trien haar kennis etaleert met krachttermen als “elasticiteit”, “V-zone” en “dermatologisch getest” tracht ze mij een crème aan en op te smeren.
Hoog tijd om deze wereld, waarin posters van Charlize Theron aanbeden worden met kaarsen, gestoken in lege lipstickhulzen, mantra’s over Bourjois en Chanelflessen, te verlaten.

Ik onderbreek de spraakwaterval in haar lezing over Dr. Brand – “waanzinnige dermatoloog, 5e op de wereldranglijst, prachtige, práchtige man van binnen.” – en meld haar de “Pornomore” wel te willen.

Monster “Roz” kijkt van het proefje naar mij en weer terug. “Porrrr-nooo-mooorrrrrr” probeer ik, “die gebruikt u zelf ook?”. Ik zie een barst verschijnen in de kalklaag als zij niet-begrijpend haar wenkbrauwen optrekt.
“Voor meer elasticiteit in de “V-zone?” ”, terwijl ik haar een wulpse blik toewerp.
Acuut springen er 3 nieuwe rimpels in haar geplamuurde gezicht, Dr.Brand heeft nog veel werk aan haar.

Dyscalculie: Nie rekenen nie

Mijn juf verheft boos haar stem “Sarah, je bent 11! Je bent toch niet dom? Wat is 13 plus 29?!”
In mijn hoofd en voor mijn ogen is het een grote vlek. Een waas van tranen van woedde, onbegrip en schaamte. Vooral veel schaamte. Want ik wist het antwoord echt niet.
En ik was écht niet dom.
Maar volgens juf “Kleuters-kunnen–dit–nog-beter–dan-jij”, was dat het probleem.

In de zomervakantie zat ik bij de tent rekensommen te maken, ik lag altijd 3 rekenboekjes achter op de rest en mijn Cito-toets verprutste ik puur op het rekenen.
Resultaat: niveau-advies Mavo.
Godzijdank dat mijn vader dat niet pikte en net zolang met de directeur van het Lyceum sprak tot ik Havo mocht doen en haalde. (Eat that!)

Wisselgeld in de supermarkt: geen flauw idee of het correct is. Kortingen in de winkel? Ik sta altijd voor een verrassing bij de kassa. Bustijden onthouden, verjaardagen, leeftijden… Ik moet alles opschrijven. Cijfers zijn een probleem en dat zijn ze altijd al geweest.

Ik vergeet ze, raak in de war, draai ze om; zo ben ik een keer het verkeerde appartementencomplex ingelopen.
Ik woon op nummer 23 en was mijn sleutel in het slot aan het porren toen de deur open ging, en er een wildvreemde vrouw in mijn appartement bleek te wonen die de sloten al had laten veranderen! Vlak voordat ik 1-1-2 intikte zag ik het: Ik stond bij 32…

Twee ons kaas resulteert regelmatig in twee kilo kaas, of twee stuks.

Ik heb geen ruimtelijk inzicht, dus ik koop regelmatig iets te groot of te klein. Het inschatten van afstanden? Forget it! Ik loop naar de andere kant van de stad in de veronderstelling dat het dichtbij is. Tel daar dan ook even bij op (mag jij doen) dat ik links en rechts door elkaar haal en je begrijpt… Zelfs een TomTom rent gillend weg…

Maar met de komst van internet kwam het verlossende woord. Ik tikte “moeilijk rekenen” en daar was het: Ik ben niet dom ik heb dyscalculie!

Inmiddels heb ik er mee leren leven en nu ik het weet, valt een groot stuk schaamte weg. Dat ik ooit goed en snel zal kunnen rekenen heb ik opgegeven.
Daarom heb ik altijd een rekenmachine op zak, laat andere (betrouwbare) mensen uitrekenen hoeveel wisselgeld ik terugkrijg en van mijn linkerhand vormen de duim en wijsvinger de letter “L”. (Écht! Die van jou ook!).
En mocht het nodig zijn, mocht íemand zich ineens aan zware rekensommen willen wagen met mij: dan leg ik het gewoon uit. “Ik kan gewoon nie rekenen nie”.

Nou is er alleen één rekensom die zelfs een rekenmachine niet kan oplossen.

“-Ruimtelijk inzicht” + “-links/rechtsgevoel” = Hoe haal ik in godsnaam mijn rijbewijs?

Waar mijn rij-instructeurs wanhopig “rechts, rechts…RECHTS!” roepen, draai ik doodleuk links, links, LINKS! Inparkeren is lastig -”uuh daar komen we niet tussen hoor”- en langs een andere auto rijden is ook spannend -”uuuh, hier ook niet…”-.

Maar ook hier bood internet troost; “Mensen met dyscalculie leren maar moeizaam autorijden. Het is niet ongewoon dat er veel rijlessen voor nodig zijn om zaken aan te leren. Echter na het behalen van het rijbewijs is gebleken dat ze een van de betere weggebruikers zijn.”

Dus
1. Het gaat even duren
2. Dat rijbewijs komt er
3. Ik rij beter dan iedere andere “courreur”.

Maar kan nu iemand even uitrekenen hoeveel dit grapje mij gaat kosten?

Dyscalculie: Nie rekenen nie

Mijn juf verheft boos haar stem “Sarah, je bent 11! Je bent toch niet dom? Wat is 13 plus 29?!”
In mijn hoofd en voor mijn ogen is het een grote vlek. Een waas van tranen van woedde, onbegrip en schaamte. Vooral veel schaamte. Want ik wist het antwoord echt niet.
En ik was écht niet dom.
Maar volgens juf “Kleuters-kunnen–dit–nog-beter–dan-jij”, was dat het probleem.

In de zomervakantie zat ik bij de tent rekensommen te maken, ik lag altijd 3 rekenboekjes achter op de rest en mijn Cito-toets verprutste ik puur op het rekenen.
Resultaat: niveau-advies Mavo.
Godzijdank dat mijn vader dat niet pikte en net zolang met de directeur van het Lyceum sprak tot ik Havo mocht doen en haalde. (Eat that!)

Wisselgeld in de supermarkt: geen flauw idee of het correct is. Kortingen in de winkel? Ik sta altijd voor een verrassing bij de kassa. Bustijden onthouden, verjaardagen, leeftijden… Ik moet alles opschrijven. Cijfers zijn een probleem en dat zijn ze altijd al geweest.

Ik vergeet ze, raak in de war, draai ze om; zo ben ik een keer het verkeerde appartementencomplex ingelopen.
Ik woon op nummer 23 en was mijn sleutel in het slot aan het porren toen de deur open ging, en er een wildvreemde vrouw in mijn appartement bleek te wonen die de sloten al had laten veranderen! Vlak voordat ik 1-1-2 intikte zag ik het: Ik stond bij 32…

Twee ons kaas resulteert regelmatig in twee kilo kaas, of twee stuks.

Ik heb geen ruimtelijk inzicht, dus ik koop regelmatig iets te groot of te klein. Het inschatten van afstanden? Forget it! Ik loop naar de andere kant van de stad in de veronderstelling dat het dichtbij is. Tel daar dan ook even bij op (mag jij doen) dat ik links en rechts door elkaar haal en je begrijpt… Zelfs een TomTom rent gillend weg…

Maar met de komst van internet kwam het verlossende woord. Ik tikte “moeilijk rekenen” en daar was het: Ik ben niet dom ik heb dyscalculie!

Inmiddels heb ik er mee leren leven en nu ik het weet, valt een groot stuk schaamte weg. Dat ik ooit goed en snel zal kunnen rekenen heb ik opgegeven.
Daarom heb ik altijd een rekenmachine op zak, laat andere (betrouwbare) mensen uitrekenen hoeveel wisselgeld ik terugkrijg en van mijn linkerhand vormen de duim en wijsvinger de letter “L”. (Écht! Die van jou ook!).
En mocht het nodig zijn, mocht íemand zich ineens aan zware rekensommen willen wagen met mij: dan leg ik het gewoon uit. “Ik kan gewoon nie rekenen nie”.

Nou is er alleen één rekensom die zelfs een rekenmachine niet kan oplossen.

“-Ruimtelijk inzicht” + “-links/rechtsgevoel” = Hoe haal ik in godsnaam mijn rijbewijs?

Waar mijn rij-instructeurs wanhopig “rechts, rechts…RECHTS!” roepen, draai ik doodleuk links, links, LINKS! Inparkeren is lastig -”uuh daar komen we niet tussen hoor”- en langs een andere auto rijden is ook spannend -”uuuh, hier ook niet…”-.

Maar ook hier bood internet troost; “Mensen met dyscalculie leren maar moeizaam autorijden. Het is niet ongewoon dat er veel rijlessen voor nodig zijn om zaken aan te leren. Echter na het behalen van het rijbewijs is gebleken dat ze een van de betere weggebruikers zijn.”

Dus
1. Het gaat even duren
2. Dat rijbewijs komt er
3. Ik rij beter dan iedere andere “courreur”.

Maar kan nu iemand even uitrekenen hoeveel dit grapje mij gaat kosten?

Zielig

Met samengeknepen ogen van concentratie kijk ik naar de pen die voor mij op de tafel ligt. Met mijn opgestoken rechterhand tracht ik de pen met mijn gedachten zover te krijgen dat hij uit zichzelf naar mij toe rolt. Maar er gebeurt niks. Shit.

Ik ben van de fiets gevallen op mijn hoofd en terwijl ik met een ijszak op mijn brein op de bank zit, schiet mij ineens de meest briljante gedachte ooit binnen. Wat als ik nu een superheld ben? Ik bedoel afgezien van Superman, worden de meeste superhelden niet zo geboren. Ze worden super, door een superongeluk. En dat van mij was op zijn minst mini-super te noemen.

Hoe vet zou het zijn als ik superpowers had! Maar ja, hoe kom je daar achter?
Tijd om dit te onderzoeken! Een ding was al duidelijk: Telepathie zat er dus niet in.

En dat ik niet magnetisch was geworden was ik ook al snel achter. Misschien kon ik dan het weer bepalen? Vlug, het balkon op! Maar na 5 minuten tevergeefs “schijn zon! SCHIJN!” te hebben geroepen voorzien van, in mijn (rollende) ogen, zeer magische bewegingen met mijn armen, gebeurde er niks. Dat was het dus ook niet.

Misschien kon ik van gedaante veranderen of werd ik een groen boos monster als ik kwaad werd?
Na stampvoetend voor mijn vriend te hebben gestaan, (je bent toch altijd een groen, boos monster als je kwaad bent?), gaf ik het bijna op.

In een laatste poging kies ik twee getallen uit en probeer deze razendsnel op te tellen, misschien was ik dan van mijn dyscalculie af? Ben ik nu ineens hyperintelligent?
Maar na met veel moeite 91 plus 23 te hebben opgeteld en uit frustratie een rekenmachine te hebben gepakt (nog geprobeerd om hem met mijn brein aan te zetten, maar nee). Geef ik het op. No superpowers for me.

Heb ik dan niks bijzonders overgehouden aan mijn val? Was al die angst en pijn dan voor niets?! Was het dan gewoon pure dommigheid? Terwijl ik mijzelf teleurgesteld en dramatisch op bed werp komt mijn vriend de kamer op met thee, chocola en een dekentje.

Aha! Ik heb dus toch iets overgehouden aan deze val: ik ben zielig.

Zielig

Met samengeknepen ogen van concentratie kijk ik naar de pen die voor mij op de tafel ligt. Met mijn opgestoken rechterhand tracht ik de pen met mijn gedachten zover te krijgen dat hij uit zichzelf naar mij toe rolt. Maar er gebeurt niks. Shit.

Ik ben van de fiets gevallen op mijn hoofd en terwijl ik met een ijszak op mijn brein op de bank zit, schiet mij ineens de meest briljante gedachte ooit binnen. Wat als ik nu een superheld ben? Ik bedoel afgezien van Superman, worden de meeste superhelden niet zo geboren. Ze worden super, door een superongeluk. En dat van mij was op zijn minst mini-super te noemen.

Hoe vet zou het zijn als ik superpowers had! Maar ja, hoe kom je daar achter?
Tijd om dit te onderzoeken! Een ding was al duidelijk: Telepathie zat er dus niet in.

En dat ik niet magnetisch was geworden was ik ook al snel achter. Misschien kon ik dan het weer bepalen? Vlug, het balkon op! Maar na 5 minuten tevergeefs “schijn zon! SCHIJN!” te hebben geroepen voorzien van, in mijn (rollende) ogen, zeer magische bewegingen met mijn armen, gebeurde er niks. Dat was het dus ook niet.

Misschien kon ik van gedaante veranderen of werd ik een groen boos monster als ik kwaad werd?
Na stampvoetend voor mijn vriend te hebben gestaan, (je bent toch altijd een groen, boos monster als je kwaad bent?), gaf ik het bijna op.

In een laatste poging kies ik twee getallen uit en probeer deze razendsnel op te tellen, misschien was ik dan van mijn dyscalculie af? Ben ik nu ineens hyperintelligent?
Maar na met veel moeite 91 plus 23 te hebben opgeteld en uit frustratie een rekenmachine te hebben gepakt (nog geprobeerd om hem met mijn brein aan te zetten, maar nee). Geef ik het op. No superpowers for me.

Heb ik dan niks bijzonders overgehouden aan mijn val? Was al die angst en pijn dan voor niets?! Was het dan gewoon pure dommigheid? Terwijl ik mijzelf teleurgesteld en dramatisch op bed werp komt mijn vriend de kamer op met thee, chocola en een dekentje.

Aha! Ik heb dus toch iets overgehouden aan deze val: ik ben zielig.

Boy-friends

Toen je in de zandbak zat was het leven zo simpel, jongens waren stom en een vriendschap was uitgesloten. Laat staan dat je ooit zo’n wezen zou kussen of je leven met hem zou delen.
Naarmate je ouder wordt, word het anders . Zo rond je 8e hang je in de bomen met ze, rond je 16e kus je in bomen met ze. En als je 27 bent trouw je met eentje. Het verwondert mij nog steeds trouwens dat een kleine jongen later een meisje kiest als het belangrijkste in zijn leven en niet zijn voetbal.

Relaties kunnen ingewikkeld zijn. Maar nog ingewikkelder is een vriendschap met een man. Je kunt een man ontmoeten waar je het enorm goed mee kunt vinden, zonder dat er ooit sprake is van fysieke aantrekkingskracht. Maar ergens gaat het wringen.

Ineens gaan er onuitgesproken regels meespelen. Je krijgt het met de paplepel ingegoten, een “jongetje” dat jou veel aandacht geeft vind je mooi, lief en leuk. Eerst door aan je haren te trekken, later streelt hij erdoor. Nog gevaarlijker word het als een man seksueel getinte opmerkingen of grapjes maakt, als vrouw behoor je dan direct op je hoedde te zijn. Ergens in de maatschappij is bepaald dat vrouwen onderling over seks mogen praten maar niet met iemand van het andere geslacht dan met eigen partner. Dat wordt dan ineens beschouwd als ambigue.

Ik ben dat een beetje zat.

Waarom mogen alleen van die coole, androgyne, skateboardmeisjes boy-friends hebben?

Ik pleit voor meer boy-friends! Voor elk meisje op deze planeet een man die niet de hare is en nooit de hare zal zijn. Een ongeschoren, stoere, testosteronman.
Knap, lelijk, dik, dun, surfdude of een nerd. Als hij maar humor heeft, je een nuchtere kijk op je eigen man kan schenken en vooral véél seksueel getinte grapjes maakt.

Want er is niets beters voor je vrouwelijkheid dan een andere man die stoer en mans genoeg is zijn vriendschap aan jou te schenken en thuis het allermooiste meisje van de hele zandbak heeft zitten waar hij zielsveel van houdt.

Boy-friends

Toen je in de zandbak zat was het leven zo simpel, jongens waren stom en een vriendschap was uitgesloten. Laat staan dat je ooit zo’n wezen zou kussen of je leven met hem zou delen.
Naarmate je ouder wordt, word het anders . Zo rond je 8e hang je in de bomen met ze, rond je 16e kus je in bomen met ze. En als je 27 bent trouw je met eentje. Het verwondert mij nog steeds trouwens dat een kleine jongen later een meisje kiest als het belangrijkste in zijn leven en niet zijn voetbal.

Relaties kunnen ingewikkeld zijn. Maar nog ingewikkelder is een vriendschap met een man. Je kunt een man ontmoeten waar je het enorm goed mee kunt vinden, zonder dat er ooit sprake is van fysieke aantrekkingskracht. Maar ergens gaat het wringen.

Ineens gaan er onuitgesproken regels meespelen. Je krijgt het met de paplepel ingegoten, een “jongetje” dat jou veel aandacht geeft vind je mooi, lief en leuk. Eerst door aan je haren te trekken, later streelt hij erdoor. Nog gevaarlijker word het als een man seksueel getinte opmerkingen of grapjes maakt, als vrouw behoor je dan direct op je hoedde te zijn. Ergens in de maatschappij is bepaald dat vrouwen onderling over seks mogen praten maar niet met iemand van het andere geslacht dan met eigen partner. Dat wordt dan ineens beschouwd als ambigue.

Ik ben dat een beetje zat.

Waarom mogen alleen van die coole, androgyne, skateboardmeisjes boy-friends hebben?

Ik pleit voor meer boy-friends! Voor elk meisje op deze planeet een man die niet de hare is en nooit de hare zal zijn. Een ongeschoren, stoere, testosteronman.
Knap, lelijk, dik, dun, surfdude of een nerd. Als hij maar humor heeft, je een nuchtere kijk op je eigen man kan schenken en vooral véél seksueel getinte grapjes maakt.

Want er is niets beters voor je vrouwelijkheid dan een andere man die stoer en mans genoeg is zijn vriendschap aan jou te schenken en thuis het allermooiste meisje van de hele zandbak heeft zitten waar hij zielsveel van houdt.

Poets met mate

Verschrikt kijkt mijn vriend mij aan. “Wat ga je doen?!”. Het is zaterdagochtend, half elf, een tijdstip waarop ik normaliter nog in mijn bed lig maar vandaag sleep ik met een emmer sop en spons door het huis. Terwijl ik alles begin op te tillen wat om hem heen staat bekruipt hem een gevoel van paniek: dit heeft zij nog niet eerder gedaan.
Bezorgt vraagt hij of het wel goed gaat. Trust me, never been better.

Sinds kort heb ik het heft in eigen handen genomen en zijn er een aantal drastische veranderingen geweest. Mijn sloffen staan ineens doelloos naast het bed, ik bewandel mijn pad tegenwoordig op blote voeten. En dat is niet het enige, na 3 dagen tilde mijn vriend nog eens de dekens op, opzoek naar de schijnbaar afwezige pyjama “maar…maar…is dit je nieuwe ik?”. Na wat instemmend geknor van mijn kant, hoorde ik hem heel diep zuchten en zich tevreden tegen mij aan vleien tussen de kraakheldere lakens. En dan komen we uit bij puntje 3. Kraakhelder is mijn nieuwe motto.

Alles. Moet. Schoon. Het was een tip van een collega die mij tot poetswaanzin dreef, toen ik het even niet meer zag zitten. Niet lekker in je vel? Doe aardse dingen! Poets die pot, dweil die vloer, verschoon dat bed, lap je ramen en stof tot de Ajax Eucalyptus Alles Reiniger uit je poriën komt.

Wie had ooit gedacht dat het zover zou komen? Ik in elk geval niet en ik denk dat mijn vriend inmiddels de hoop ook al had opgegeven. Ik was mevrouw-poets-niet, een beetje té geëmancipeerd… Met als gevolg dat mijn zelfrespect stukje bij beetje afbrokkelde, want wie wel bedenkt dat er gepoetst moet worden maar steeds faalt in de uitvoering ervan, bouwt een enorm schuldgevoel op als de ander weer de planten staat af te stoffen… Het werd tijd om het ruime sop te kiezen!

Nadat ik mijn wekelijkse zondagse dweilbeurt had gedaan en in kleermakerszit vanaf de bank de glimmende natte houten vloer bewonderde, in afwachting dat hij droog werd. Ging ik poetsend met mijn hoofd (nee, niet poetsend mét mijn hoofd) zo’n beetje in de toiletpot hangend, tevreden liedjes neuriën.
Na luttele minuten te hebben gepoetst en geneuried, viel ik stil.
Ik neuriede wat verder en kwam toen met een ruk omhoog. What the F? Sinds wanneer is “er is een kindekke geboren geboren in ’t stro” toegevoegd aan mijn poets-neurie-repertoire?

Dus hierbij een passende waarschuwing voor alle zichzelf niet respecterende vrouwen die poetsen overwegen als een remedie: Gebruik poetsen met mate. Voor de bijwerkingen: raadpleeg bijsluiter.

vrijdag, mei 29, 2009

Enter a girl´s mind, for real now

Zat er lang aan te denken maar het kwam er steeds niet van.
En zomaar ineens ging het sneller dan gedacht... mijn allereerste, echte, eigen, heus werkelijke website!

Elk afscheid valt me zwaar, dus ook deze, byebye Blogspot, you´ve been a good friend. Maar nu is het tijd voor het echte werk, ik heet iedereen welkom op www.enteragirlsmind.nl

3 keer is scheepsrecht...

Arggg, stapje voor stapje kom ik dichter bij de Viva Webstrijd finale. Werd ik er vorig jaar niet eens uitgepikt, dit jaar zat ik bij de laatste 30 en volgend jaar win ik!

Want mijn Viva avontuur is zojuist gestrand... het levert mij (nog) geen eeuwige roem op maar wel allemaal nieuwe lezers dus...welkom!

Zicht op hoop vanwege een gevoel van verlangen

Vandaag gepost op www.hetkanwel.net: Zicht op hoop vanwege een gevoel van verlangen

donderdag, mei 28, 2009

Veren in je reet

Een meisje dat bij mij op school zat heeft een boek geschreven. Ik kwam erachter toen ik samen met mijn beste vriendin een tweedehands winkel aan het omscheppen was. We liepen ineens tegen een poster aan, met haar gezicht erop.

Mijn eerste reactie was lovend: wat leuk voor haar! Maar thuis ging het knagen. Was zij niet dat knappe meisje dat ook de hoofdrol speelde in elk schooltoneelstuk? Dat zo prachtig mooi kon zingen? En tekenen. En grappig was én er vandoor ging met de knappe hoofdrolspeler? Mijn tekenleraar om haar vingers wond?
Was niet dat meisje dat alles kon? En nu… had ze ook al een boek geschreven.

Welja! Doe maar ruig, hou je vooral niet in. Als je alles al kunt, waarom dan niet aan de wereld tonen dat je nog meer kunt?
Ik had er de pest in. Mijn vriend opperde nog dat ik zelf toch ook een boek kon gaan schrijven, maar “nu hoeft het al niet meer. Ik ga lekker toch iets veel coolers doen”.

Ik heb al meerdere malen op Bol.com naar het boek gestaard, de recensies gelezen (het zijn er maar twee, gna-gna) en bij de boekhandel gevraagd of ze dat boek hadden - om vervolgens de neiging te onderdrukken om á la Jantjes “stom hè?” te roepen- en te melden dat ik dat dan weleens zou komen bestellen. Not.
Later kwam ik er ook nog achter dat dit niet haar eerste boek was. Mijn stiekeme droom, schrijfster worden, had zij al bereikt! Al jaren eerder dan ik! Ze was alweer de beste...

Verstijfd als ik was in mijn ongeloof, een writersblock dreigde, trachtte diezelfde beste vriendin door middel van een nieuw uitstapje in een boekwinkel, het schrijversvuur in mij weer aan te wakkeren.
Ik stond in een ultieme wanhoopsdaad bij de kassa met "punniken voor dummies", toen we haar plotsklaps in het wild tussen de boeken, háár boeken, spotten.
Ze streek over de kaft en keek hoopvol om zich heen, alsof iemand haar zou herkennen.
Terwijl wij tussen de Nigella Lawson’s en Karin Slaughter’s indoken om haar van een veilige afstand te kunnen bespieden, draaide zij zich om.
En daar (horreur!) tussen de boeken, slaakten wij een hoge kreet. Want deze dame had mij toch een reet gekregen dames en heren. Eentje waar je U tegen zegt.

Ze was dan misschien wel "schrijfster" en lag bij de Scheltema, ze had dan wel een eigen site en hing met posters door de stad.

Maar wie alsmaar maar veren in haar reet steekt heeft ruimte nodig mensen...

maandag, mei 25, 2009

In the end, the dumb ones always rule...

Slechts na enkele minuten kom ik erachter dat ik dat toch echt hardop zei. En mocht ik nog twijfelen, de man die naast mij fietst, kijkt zo verschrikt dat het bevestigend is: ik heb zojuist hardop ge-“muhahaha”-t terwijl ik enthousiast met beide handen op mijn stuur sloeg.

Thuis had ik het ook al gedaan, minutenlang in de keuken en daarna heb ik de Boom chaka-laka-laka gedanst, woest draaiend met mijn kont. Een soort indianen overwinningsdans. Ik ben echt heel, heel blij!

Want na drie keer zakken was ik wanhopig. Ik had theorielessen gehad, ik kon alles opratelen, ik droomde zelfs over verkeersregels en toch bleef ik zakken.
Ik voelde mij dom-de-dom-dom… Drie keer is scheepsrecht ging ook al niet voor mij op dus ik ging voor “Vierde keer moet ik echt halen anders is er niks meer van mijn zelfvertrouwen over”.

Voor mijn gevoel viel er niks meer te leren, ik was overgeleverd aan de genade van de CBR-goden. Maar je wilt niet zakken door je eigen dommigheid dus leerde ik mijzelf voor de zoveelste keer suf en liet mij door alles en iedereen overhoren.
Tijdens zakelijke besprekingen overvielen collega’s mij “Sarah, kun je daar nog een module plaatsen… en hoe hard mag je op de autosnelweg?”.
Mijn lunch werd dagelijks verstopt en kreeg ik pas terug na het beantwoorden van verschillende quizvragen.

Bij thuiskomst ging mijn vriend mij te lijf die zich als een ware Cato verstopt had in ons appartement “Zijn mistlichten voor verpliiiiiicht, Aaaaiiiii????!!!”.
‘s Nachts haalde hij mij uit bed, zette mij onder een koude douche en riep, drill-instructor waardig, “zit er in een glas bier meer alcohol dan in een glas jenever?!” Waarna ik, fout geantwoord, push-ups moest doen op het balkon in de regen.
(Schat, dat machtsvertoon gedoe moeten we eens in de slaapkamer proberen)

Vandaag was het dan zover, op bed trof ik de kat aan met een bordje om haar nek “Mag je gaan rijden als je geen gevarendriehoek hebt?”. In mijn koffiemok hing een post-it “Wat heeft geen invloed op het waarnemingsvermogen?” (een post-it in je koffiemok). En terwijl ik de voordeur achter mij dichttrok vroeg de buurvrouw of ik klimmend of dalend verkeer voorrang moest geven. Mijn haar zat zwoel, mijn decolleté was diep en mijn onschuld heel groot.

Gelukkig had het geen effect op de examinatrice, maar wel op mijn theorie: Geslaagd met vlag en wimpel.
So you see, in the end the dumb ones always rule…

zaterdag, mei 23, 2009

Who do you think I am, Oprah?

Vandaag gepost op http://www.hetkanwel.net: Who do think I am, Oprah?

Enjoy!

dinsdag, mei 19, 2009

Ir-ri-ta-ties!

Op het yogamatje naast mij ligt zo’n strebertje, zo eentje die veel te nadrukkelijk in- en uitademt. Zo eentje die niet eerst even kijkt hoe de oefening moet, maar meteen alvast meedoet met de lerares. En dan, als de rest van de groep zich over de oefening gaat buigen, ligt zij al. Met een misplaatste blik van arrogantie “liggen jullie nou nog niet, stelletje stijve harken”?

Ik kan niet tegen zuchtende mensen. Tijdens de yogales niet maar ook niet in de trein. Of omdat ze achter mijn volle kar staan bij de kassa van de Albert Hein met een blikje bier, een halve Casino bruin en een potje Bockworst. Ik krijg daar neigingen van. Je voelt gewoon dat gezucht dieper worden, ge-ergerder (is dat een woord?), tot je het in je nek voelt, tot je slapen ervan gaan kloppen en je in een vlaag van opgekropte irritatie je omdraait en brult: “STIK ER-IN!!! STIK IN JE BROOOOOOD!”.

Muziek in een stiltecoupé, machtsvertoon door politieagenten of M.E. (ik háát M.E.), toffe mensen die mij na een blik al “Saaaartje” noemen, het vergeten van knipperlicht op een rotonde, je poot niet uitsteken op de fiets. Ça me fait monter la moutarde au nez! Of zoals ze in het keurige Frans bedoelen: de mosterd staat me aan de neus.

Mensen die overal over klagen en vooral niets doen om het te veranderen, mensen die schijnheilig zijn, mensen die zich aan andere mensen irriteren…

Maar de meest freak’in gettin’on my nerves kind of people, zijn van die mensen die mijn ruimte innemen. Ik had een buurvrouw die niet zoals ieder ander mens haar badkamer tot paraplu-droog-ruimte omtoverde, maar onze gemeenschappelijke hal. Waardoor alles en iedereen al dan niet voorzien van boodschappen, slaapzakken, weekendtassen of kleine kinderen, zich met gevaar voor eigen leven langs die paraplu moest wringen op 3 hoog. Na een paar weken lang nutteloos te hebben gevloekt, getierd en getrapt, de zenuwinzinking nabij, ben ik op een andere tactiek overgestapt.
De smile-tactiek.

Ik heb er mijn eigen persoonlijke missie van gemaakt om wat meer lach en vreugde in deze wereld te brengen. Ik bestrijd kwaad met humor en liefde, met als ultieme doel er zelf beter van te worden. (Want ik val toch een beetje in mijn eigen erger-top-10 “mensen die zich aan andere mensen irriteren”).

Dus toen ik mij omdraaide in de rij om die kampers een pijnlijke dood toe te wensen door verstikking in brood en ze eigenhandig met mijn eigen Unox Knakworsten te lijf te gaan, glimlachte ik “willen jullie misschien voor? Ik heb zo'n volle kar en jullie zó weeeinig" . Verbijstering bij de kampers, zoete, zoete, glimlachende, demonische, wraak voor mij.

Alleen jammer dat ik nooit het gezicht heb gezien van mijn onderbuurvrouw toen ze haar dichtgeklapte met confetti gevulde paraplu ‘s morgens opende: ”Met vriendelijke groet: uw Smile-coach.”

vrijdag, mei 15, 2009

Kletssomaan

Hij zat een beetje klem, die jongen in de trein. Klem tussen het raam en die man die maar tegen hem bleef ouwehoeren, met zijn vieze alcoholadem en shagpluisjes in zijn haar. Hij helde ook een beetje over, veel te dicht op die arme jongen, zo rechtstreeks zijn comfort zone in, terwijl hij luidkeels in zijn oor sprak.

Ik weet uit eigen ervaring hoe ongelofelijk irritant het kan zijn als je zo’n “kletssomaan” naast je hebt.
Zo eentje die maar blijft praten en praten, waarbij het niet volstaat om een simpele “hmm” als antwoord te geven, maar zo’n hele vermoeiende die wil dat je “wel terugpraat hè? Waarom zeg je niks? Dat is niet zo netjes, ik wil gewoon even met je babbelen, mensen van tegenwoordig kunnen niet eens meer sociaal doen tegen elkaar…”

Bij mijn ouders in de buurt in Amsterdam Oud-Zuid, woonde ook zo’n “kletssomaan”. Mijn moeder noemde hem “le bavard” wat vertaald naar het Nederlands iets betekend als “de kletskous”.
Zodra we ook maar een schim van hem zagen opdoemen aan de horizon van de straat, renden we al een blokje om, om hem te vermijden. Maar er waren ook dagen dat we hem te laat spotte, dan vergezelde hij ons naar de supermarkt, in de supermarkt, op weg naar huis en als we pech hadden stak hij zijn voet tussen de voordeur om door te kunnen praten.

Genietend van het zonnetje op de stoep is het mijn ouders maar vaak genoeg overkomen dat ze halsoverkop alle tafeltjes en stoeltjes moesten inklappen, en als gekken naar binnenrenden met de koelbox en kurkentrekker tussen de tanden. Stilletjes wachtend achter de voordeur tot hij langs was gelopen, platgedrukt tegen de wanden voor het geval dat hij door de brievenbus zou kijken…
Een enkele keer zat hij ineens, in alle onoplettendheid, aan tafel en vroeg hij (!) om wijn of bier…

En al die keren dat het mij overkwam wenste ik vurig dat iemand mij zou komen redden, dus, na wat oogcontact te hebben gemaakt met de jongen in kwestie ben ik opgestaan en riep “Heeeee!!! Joris! Neeee, ben jij het écht? KOM BIJ MIJ ZITTEN! Dan kletsen we even bij!”.

En zo werd ik, voor het eerst in mijn leven iemands held (hij zei het ook “jij bent mijn held!”). Alleen jammer dat hij daarna de oren van mijn hoofd kletste…

Mep-Les

Ik ben tegen geweld, laten we dat even vooropstellen. Maar als je twee ultieme rotweken achter de rug hebt dan is een beetje geweld toegestaan.

Dus daar stond ik dan met mijn onwelriekende bokshandschoenen aan.
Even een situatieschets: die handschoenen liggen in een grote bak in een muf hok, te meuren alsof je synthetische gymschoenen van de Zeeman nat zijn geworden en een rottingsdood zijn gestorven.

Dus bij elke woedende stoot in de boksbal rook ik de misselijkmakende lucht van afgestorven tenen. Maar het kon mij allemaal niks meer schelen, afgestorven-tenen-lucht of niet, die boksbal moest eraan geloven.

Maar ik ben en blijf een meisje, dus dat stoten ging nogal on-cool. Mijn borsten waren allesbehalve verpakt in een sportbeha en gingen op hun eigen persoonlijke Lord of The Rings avontuur, en mijn blonde haren wapperden hysterisch alle kanten op.
Al gauw plakte het vast in mijn gezicht van het zweet, en benam mij al het zicht op de boksbal, wat eventjes voor een gevaarlijke situatie zorgde toen ik meppend richting de buurvrouw ging.

En dat zegt wat. Want ik zweet niet. Zet mij in een sauna, verpakt als een saucijsje in huishoudfolie; ik laat geen druppeltje gaan. No sweat is my middle name.
Maar nu, twee klote-weken uit mijn systeem meppend met ongekende DragonBall Z krachten, stond ik te zweten.

Op het moment dat ik dacht dat ik mijn laatste druppel gelaten had besloot onze drillinstructor, die met gescheurde achillespees tegen de boksbal aan stond te trappen, ons af te beulen met buikspieroefeningen…
Onder luid protest ging ik op het matje liggen. Maar als een man, die net nog met een geblesseerde voet tegen een keiharde boksbal stond te trappen, tegen je zegt dat je buikspieroefeningen moet doen, dan doe je dat!

Toen ik uitgemept en afgemat overeind kwam om mij richting uitgang te begeven, stapte ik versuft in het vochtige plasje Sarah’s-2-weken-ellende-zweet en belandde weer op het matje…

En zo zie je maar weer: geweld is nooit de oplossing.